Stopzetting project tot verlenging van de tramlijn te Luik – vorderingen tot schorsing afgewezenIn vijf arresten 262.696, 262.697, 262.698, 262.699 en 262.700 van 21 maart 2025 wijst de Raad van State de vorderingen tot schorsing af die de stad Herstal, de stad Seraing en de gemeente Saint-Nicolas ingesteld hebben, enerzijds tegen de beslissing van de Waalse Regering van 29 augustus 2024 om het project tot verlenging van de tramlijn te Luik stop te zetten en om in plaats daarvan (op langere trajecten) lijnen voor prioritair busvervoer aan te leggen, en anderzijds tegen verscheidene beslissingen die de Waalse vervoersoperator (“Opérateur de Transport de Wallonie”) vervolgens genomen heeft ter beëindiging van de overheidsopdrachten voor de aanleg van de tramverlenging en tot intrekking van de beslissingen inzake de gunning van bepaalde bestellingen voor de verwezenlijking van die verlengingen.
De Raad van State is meer bepaald van oordeel dat de stad Herstal en de stad Seraing niet aantonen dat een spoedbehandeling vereist is. Zo is hij van oordeel dat de nadelen verbonden aan de plotse stopzetting van de bouwplaats in de stad Herstal niet langer kunnen worden ingeroepen, aangezien de Waalse vervoersmaatschappij, nadat de bestreden handelingen vastgesteld waren, verschillende maatregelen genomen heeft om de wegen en de trottoirs in de vorige staat te herstellen en om de andere problemen op te lossen die de werken voor de tramverlenging veroorzaakt hadden. Hij wijst ook het argument van de stad Seraing van de hand, luidens hetwelk zij in de onmogelijkheid zou verkeren om een gemeentelijk mobiliteitsplan vast te stellen, omdat een dergelijk plan uitvoering zou geven aan een stedelijk mobiliteitsplan dat door de bestreden handeling op losse schroeven is komen te staan. Hij wijst er in dat verband op dat het stedelijk mobiliteitsplan van de Luikse agglomeratie zelf, bij wijze van overgangsmaatregel, voorziet in de uitbreiding van de buslijnen op het tracé van de tramverlenging (naar Seraing) tegen het jaar 2030, zodat de door de stad aangevoerde onmogelijkheid om na het vaststellen van de bestreden handeling een coherent gemeentelijk mobiliteitsplan op te stellen geen dermate onmiddellijk nadeel berokkent dat de spoedeisendheid van de vordering tot schorsing daarmee kan worden gestaafd. Hij is tevens van oordeel dat de onzekerheid die de bestreden handeling heeft doen ontstaan – die ervoor zou zorgen dat de stad Seraing geen gemeentelijk mobiliteitsplan en geen gemeentelijk ontwikkelingsplan kan opstellen – geen verband houdt met de stopzetting van het project inzake de verlenging van de tramlijn (waarover geen twijfel bestaat), maar met de aanleg van nieuwe lijnen voor prioritair busvervoer voorbij het eindpunt dat oorspronkelijk voorzien was voor de “lange lijn” van de tram (Pont-de-Seraing). Volgens de Raad van State kunnen die nieuwe lijnen voor prioritair busvervoer niet als een nadeel beschouwd worden voor de stad Seraing, aangezien ze nieuwe structurerende (niet-vervuilende) vervoermiddelen vormen voor de verplaatsingen naar en de toegankelijkheid van de woon- en werkgebieden op het grondgebied van de gemeente. De Raad van State is van mening dat de verzoekende partij moet kunnen omgaan met die onzekerheid, temeer daar het uitwerken van het gemeentelijk mobiliteitsplan en het gemeentelijk ontwikkelingsplan zich nog maar in de eerste fase bevindt en de Waalse vervoersmaatschappij het stadsbestuur uitgenodigd heeft voor overleg over het project inzake de aanleg van de nieuwe lijnen voor prioritair busvervoer; de stad is dus in staat om in de komende maanden te bepalen aan welke tracés voorrang gegeven moet worden en hoe de stad ingericht moet worden in het licht van het beleid inzake mobiliteit en ruimtelijke ontwikkeling waaraan zij op haar grondgebied uitvoering wil geven. (21/03/2025) |